Zelfportret op rode achtergrond

1939, olie op doek, 60 x 50 cm
Privé collectie
Inventarisnr. 52

Het waren vooral zijn jeugdjaren die Gaston Bertrand aanzetten tot het nauwkeurig bestuderen van zijn uiterlijk. In een periode van tien jaar (1937-1946) maakte hij niet minder dan twintig zelfportretten. Ook hier, en zoals in de meeste van zelfportretten kiest Bertrand voor 1/4de profiel met zijn blik gericht naar de toeschouwer, een beetje geamuseerd kijkend, afwezig en wat uit de hoogte, waardoor zijn portret iets mysterieus en zelfs verdachts uitstraalt ; een schuine en vluchtachtige houding, als om te ontsnappen aan een angstig voorgevoel, een zekere mentale afstandelijkheid die de man zelf en zijn werk typeert. Deze houding van het zelfportret doet het karakteristieke profiel van zijn neus beter uitkomen, smal, puntig en des te langer door de hoge inplanting van de neusholtes – wat de kunstenaar nooit nalaat om te benadrukken – met daaronder twee dunne lijnen van een fijne snor à la David Niven. Een snor die hij heel zijn leven zal blijven dragen.
Dit zelfportret was lang eigendom van zijn goede vriend en biografieschrijver Robert Delevoy, houder van de Brusselse galerij Apollo waar de werken van Bertrand herhaaldelijk werden tentoongesteld. Al tijdens de oorlog, en ook dankzij de Salons Apport, had Robert Delevoy de volgens hem meest getalenteerde en meest belovende jonge kunstenaars van zijn generatie samengebracht. Dit doek werd in maart 1190 verkocht op de publieke verkoop georganiseerd door boekhandel Simonson.

Top back